Waarom andere banden monteren wanneer de wintermaanden aanbreken?
Ga zelf op onderzoek
U herkent een winterband aan het sneeuwvloksymbool op de flank van de band.
Het Europees bandenlabel geeft informatie over veiligheids- en milieukenmerken. Alle nieuwe banden zijn ervan voorzien. Het label zegt echter niets over de rijprestaties in de winter. Die informatie kan u opvragen bij uw bandenspecialist. Bovendien kunt u de resultaten van onafhankelijke bandentests raadplegen voor een onafhankelijk advies.
Koop altijd een volledige set
Winter- en zomerbanden combineren kan gladde wegomstandigheden nog gevaarlijker maken en kan een impact hebben op de handling van uw voertuig, zeker als de banden verschillende profielen en prestatiekenmerken hebben. Voor een veilige rijervaring moet u ervoor zorgen dat al uw banden op elkaar zijn afgestemd.
Als ze goed verzorgd worden, gaan uw winterbanden even lang mee als de zomerversies. Bewaar ze in speciale zakken, op de zijkant (nooit rechtop, op het profiel). Als u niet voldoende plaats hebt waar u woont of werkt, kunt u ook bij uw bandendealer terecht voor de opslag van uw banden.
Als winterbanden een wettelijke vereiste zijn, moet u de datum noteren waarop u ze moet monteren. Op gelijkaardige wijze mogen banden met spikes alleen gedurende een bepaalde tijd en op bepaalde plaatsen worden gebruikt.
Rijden in sneeuw, smeltende sneeuw en ijs is niet altijd even gemakkelijk. Dit zijn enkele tips die wellicht kunnen helpen:
Houd uw snelheid laag
Rij niet sneller dan de maximumsnelheid die is aanbevolen voor de winterbanden op uw voertuig, die snelheid ligt soms lager dan bij zomerbanden.
Controleer de banden op slijtage
Controleer regelmatig de bandenspanning en de profieldiepte. Dunlop adviseert een minimale profieldiepte van 4 mm voor winterbanden om de prestaties op peil te houden, maar in koudere landen waar het gebruik van winterbanden verplicht is, wordt de profieldiepte wettelijk bepaald.
Gebruik een hogere versnelling om te vertrekken en op te trekken
Doorslippende banden kunnen de wielen nog dieper in de sneeuw ingraven.
‘Pomp’ niet op de remmen
Als u over ABS beschikt, moet u een gestage druk op het rempedaal uitoefenen.
Houd afstand
De remafstand wordt langer in sneeuw en ijs.
Wees voorzichtig op bruggen en viaducten
Ze zijn extra gevoelig voor ijsvorming, druk het gaspedaal dus wat minder diep in wanneer u er een nadert.
Geef niet teveel gas wanneer u vastraakt in de sneeuw.
Het gevaar bestaat dat u nog dieper in de sneeuw komt vast te zitten. Gebruik de laagst mogelijke versnelling en wieg de auto van voor naar achter tot u voldoende voorwaarts momentum hebt om eruit te komen.
Laat u niet afleiden
U hebt alle concentratie nodig om de controle te bewaren in moeilijke sneeuwomstandigheden. Negeer de telefoon en alles wat u kan afleiden.